ZWASMM
Zachte WAren. Syndicalisme. Muziek. Marxisme.
meer moet dat niet zijn.

December 2011

(permlink) Twee gedichtjes

Mijn oprechte excuses voor het misschien nogal onnozele gezwasmm, maar ik vind dit wel leuk. Compleet nutteloos, maar wel leuk. Hieronder staan twee vreemde gedichtjes. Lees ze eens aandachtig en op't gemak.


Die rare pet


Breed bad,
vet lied,
worst of brood?
(worst vet)

Die pet,
die rare pet!
(vast rare rage)

Meet vet...

Spoken (!)
word
driest wit.

At worst.

Boos, bang, boom, vent!

Slap vet! (want rare pet!)
Smart?
Met vet! Violet vet!
Die pet, die wrong...

Brave kind deed... stout!
(sip of stout?)
Kinds of lager!
Nog?
Norse beer!
Bar...

Been star.
Sleep last.


Driest lot, rare mop is wet


Poets glad.
  • Poets spit.
  • Poets repel.
Poets matter. (Men beware!)
  • Poets bad.
  • Poets gang (of 2 dozen).
  • Poets mug?!
Hoe rapper, hoe lager!
Rare kind deed put rapper toe in water!


...

SNAP !?

...

Poets blink.
  • Poets rode trap.
  • Poets die flat!
Poets rest (met water).



In welke taal heb je ze gelezen? In het Nederlands of in het Engels? Of allebei?

Je zou dit bilinguaal-homografische poëzie kunnen noemen. Voor zover ik weet ben ik de eerste die dat probeert (indien niet: stuur me gerust tegenvoorbeelden door!). Het is een vorm van constrained writing (littérature sous contraintes, zie ook Opperlands), zoals lipogrammen of palindromen. Wat nog het meest in de buurt komt, is bilinguaal-homofone poëzie, zoals dit gedicht dat hetzelfde klinkt in het Italiaans als in het Hebreeuws (maar een andere betekenis heeft en anders geschreven wordt).

De xenogrammen van Brandt Corstius komen ook in de buurt, maar daar gaat het over Nederlands proza dat wordt opgebouwd uit bijvoorbeeld Engelse woorden, waarbij het Nederlands wel zinvol is maar het Engels niet, en ook behoorlijk obscure Engelse woorden toegelaten zijn, bijvoorbeeld “Bizarre arts wilde kale vent redden. Die rare arts keek even spits, streek dan met proper lancet broom over die vent, van top tot teen”. Dat is ook wel leuk, maar het is natuurlijk moeilijker om iets te maken dat in beide talen betekenis heeft, en om obscure woorden te vermijden. Poëzie laat natuurlijk wel meer vrijheid dan proza. In bovenstaande gedichtjes zijn de enige vergezochte woorden “nog” (afkorting van “eggnog” volgens Wiktionary) en “hoe” (volgens Wiktionary: “(US, slang) Alternative spelling of ho. A prostitute.”), voor de rest blijft het vrij simpel.

Is het je trouwens opgevallen dat de titel van het tweede gedicht (“Driest lot, rare mop is wet”) in het Nederlands eerder hoort bij het “Engels gedicht”, dat over het drieste lot gaat van een bende criminele poëten die plots in een val rijden en sterven, terwijl diezelfde titel in het Engels (te vertalen als “Droogste perceel, zeldzame dweil is nat”) eigenlijk past bij het “Nederlands gedicht”?

(permlink) Obesitas-alfabet

Volgens De Wever is de nieuwe regering een obesitas-regering, met te veel postjes voor ministers en staatssecretarissen. (Volgens mij is het probleem niet zozeer dat de regering “te dik” is, maar dat ze een beleid gaan voeren in het belang van de “dikke portemonnees”, maar bon, daar wil ik het nu niet over hebben.) Er wordt ook vaak gesteld door vetzakken zoals De Wever dat de overheid “te vet” is, en dat er dringend een liposuctie van het ambtenarenapparaat nodig is. Eén ding wordt echter systematisch over het hoofd gezien: ons veel te uitgebreid alfabet. Het wordt hoog tijd om de taboes te doorbreken en het debat te openen over ons alfabet: maar liefst 26 letters, en dan nog eens allemaal in twee versies (hoofdletter en kleine letter), dat is echt te veel van het goede.

Het is naïef om te denken dat het alfabet “gratis” zou zijn. Het eerste leerjaar van het lager onderwijs zou drastisch kunnen ingekort worden als we onze kinderen niet zo'n oubollig obesitas-alfabet zouden moeten aanleren! Toetsenborden zouden veel minder knoppen nodig hebben, lettertype-ontwerpers zouden al die overtollige letters niet moeten tekenen, en ga zo maar door. Kortom: we moeten dringend ons obesitas-alfabet gaan rationaliseren.

Om te beginnen: het onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters. Als we dat nu eens afschaffen, dan besparen we ineens de helft van de lettertekens, althans voor lettertype-ontwerpers en kinderen die leren lezen en schrijven. voor onze toetsenborden is de besparing minder groot, maar toch, de shift-knop (en vaak zijn dat er twee!) kan afgeschaft worden.

sommige letters zijn duidelijk compleet overbodig. neem bijvoorbeeld de “x”: eigenlijk is dat hetzelfde als “ks”, dus waarom daar speciaal een letter voor maken? een andere duidelijke kandidaat “eks-letter” is de “q”. de “q” wordt altijd gevolgd door een “u”, en samen is dat eigenlijk hetzelfde als “kw”. we kunnen dus gerust consekwent dergelijke infrekwente letters likwideren.

de “c” komt wat vaker voor, maar is eigenlijk altijd ofwel een “k”, ofwel een “s” (het spesiaal geval “ch” zullen we voorlopig nog toelaten, dat schaffen we straks wel af). hetzelfde voor de “y”: dat is eigenlijk altijd ofwel een “i”, ofwel een “j”. die twee letters kunnen we dus sistematisch en konsekwent eksekuteren.

sommige letters zijn in feite varianten van elkaar: een stemhebbende en een stemloze. we sommen ze even op: “b” en “p” (de bilabiale plosieven), “d” en “t” (de alveolaire plosieven), “v” en “f” (de labiodentale frikatieven), “z” en “s” (de alveolaire frikatieven), “g” (zoals in “gaan”) en “ch” (de velaire frikatieven), “g” (zoals in “guerrilla”) en “k” (de velaire plosieven). hier is duidelijk ruimte voor rationalisatie. laat ons enkel de stemhebbende versie houden, en de stemloze versie afschaffen en vervangen door de stemhebbende gevolgd door een “h”. aangezien de “g” obh dhwee verzhghillende manieren kan gebruikdh worden, moedhen we de “k” nog wel behouden omdadh er anderzh geen verzhghil meer zou zijn dhuzhzhen bijvoorbeeld “lughdh” (“de lughdh izh blauw”) en “lukdh” (“hedh lukdh niedh”) — en omdadh we “k” nodig hebben voor de ekzh-ledhdherzh “kzh” en “kw”. de “ch” kan eghdher ook een zhdhemloze bhozhdhalveolaire vhrikadhievh zijn (zoalzh in “chokolade”); dan zhghrijven we hedh alzh “sj”, ovh bedher gezegd, “zhj”. obh die manier kunnen we de “c” helemaal avhzhghavhvhen: vanavh nu zhghrijven we “zhidhroen”, “zhirkuzh”, “zhjokoladedhaardh”, enzovoordh.

zhdhemhebbendzhdhemloozhvervanging
bhlozhievenbilabiaalbpbh
alveolairdtdh
velairgk
vhrikadhievenlabiodendhaalvfvh
alveolairzszh
velairgchgh


de “w” (in hedh vhranzh: double v) izh eigenlijk gevvoon dhvvee v'zh na elkaar, duzh die ledhdher kunnen vve ook gemakkelijk avhzhghavhvhen. de romeinen hadden die dhrouvvenzh ook niedh. zij gebruikdhen bovendien (radhioneel alzh ze vvaren) de “v” ook alzh “u”, en de “i” alzh “j”, bijvoorbeeld “IVLIVS CAESAR”. alzh zii dadh allemaal nog konden lezen, dan kvnnen vvii dadh ook.

laadh onzh hedh daar, voorlobhig aldhhanzh, bii hovden kwa ledhdher-avhzhghavhvhingen. hier izh nog even, dher herinnering, een overzighdh van alle ledhdherzh en hvn evendhvele vervanging:

abcdefghijklmnopq(u)rstuvwxyz
zh/k/g vh i bhkw zhdhv vvkzhi/j


hedh nievvve alvhabedh dheldh nog zhleghdhzh 15 ledhdherzh, in bhlaadhzh van 26. dankzii die bezhbharing (medh maar lievhzhdh 42 bhrozhendh!) zal onze gezhghreven dhaal een zhdhvk evhvhizhiëndher vvorden. hedh zal mizhzhghien even vvennen vvorden, maar vve moedhen de ekonomizhghe realidheidh onder ogen dvrven zien: een obezhidhazh-alvhabedh medh 11 kombhleedh overdhollige ledhdherzh, dadh kvnnen vve onzh gevvoon niedh bhermidhdheren! deze bezhbharingen ziin dvzh broodnodig alzh vve een dvvrzaam alvhabedh vvillen, zodadh onze kinderen nog een dhoekomzhdh hebben. leve de voorvidhgang!


volgende vveek: vveg medh de arabizhghe zhiivherzh en al die overbodige leezhdhekenzh de romeinen gebrvikdhen die ook niedh vvie heevhdh er nv leezhdhekenzh nodig en abhardhe zhimbolen voor zhiivherzh vvadh izh me dadh voor arabizhghe mozhlim nonzhenzh vve kvnnen dhogh gevvoon ledhdherzh gebrviken vierendhvvindhig vvorddh duzh kzh kzh i v zo zhimbhel izh dadh en vvaaromeigenliiknogzhbhadhiezhgebrvikendadhizhalleenmaarbhlaadhzhverzhbhilling [Commentaar? Reageer via DWM]

(permlink) Evenwichtig akkoord

Na 5487 dagen onderhandelen is er eindelijk een regeerakkoord tot stand gekomen. “Het is een evenwichtig akkoord,” aldus formateur Di Wevo. We overlopen even de belangrijkste elementen uit het akkoord.

Eén van de meest opvallende veranderingen is de verhoging van de werkduur van 38 uren per week naar 168 uren per week. Volgens de vakbonden zou dat vooral de werkende bevolking treffen.

Balio Di Wevo: “We hebben het voor de zekerheid nog eens nageteld, en er gaan wel degelijk 168 uren in een week. Dat was vroeger ook al zo, dus in die zin verandert er eigenlijk niets. Bovendien is niemand verplicht om effectief de volledige 168 uren te gaan werken: als je een fulltime-job fysiek of mentaal niet aankan, kan je gerust bijvoorbeeld halftijds gaan werken, 84 uur per week dus. Natuurlijk moet je dan niet verwachten dat daar dan nog een volledig loon tegenover staat...”

Nog steeds volgens de vakbonden zou de maatregel ook kunnen leiden tot werkloosheid. Klopt dat?

“Hier slaan de vakbonden de bal grondig mis. Werkloosheid betekent niet werken, dus 0 uren per week. In het akkoord wordt er daarentegen juist afgesproken dat er méér uren gewerkt zullen worden! Ik begrijp dus niet wat hun probleem is! (lacht)

Wordt er geraakt aan de index?

“Helemaal niet. Het index-mechanisme blijft volledig bestaan. Wat we wel gaan doen, is de index terug in balans brengen. Zoals je wel weet, wordt de index berekend op basis van een indexkorf, waar zowel producten inzitten die duurder worden als producten die goedkoper worden. Alleen is de index momenteel niet in evenwicht: er zitten meer producten in de korf die duurder worden, dan producten die goedkoper worden. Daarom moet de indexkorf dringend herbekeken worden: producten die duurder worden moeten eruit, producten die goedkoper worden moeten erin. Op die manier kunnen we de index terug in balans brengen, om zo te voorkomen dat de spilindex nog overschreden wordt in de toekomst. Wij staan immers voor een duurzaam beleid, zonder verspilling.”

Een andere ietwat controversiële maatregel van het akkoord is de herinvoering van de kinderarbeid. Waar maakt men zich eigenlijk druk om, het is toch duidelijk dat de markten gerustgesteld moeten worden?

“Inderdaad. We moeten competitief blijven, en de economische realiteit is nu eenmaal wat hij is. De markten worden terecht boos, maar met dit akkoord zullen we de markten zeker terug blij maken. Merk trouwens op dat kinderarbeid niet verplicht wordt, maar enkel mogelijk wordt, op vrijwillige basis en mits goedkeuring van tenminste één van de ouders!

(diepe zucht) We moeten dringend af van het waanbeeld dat er zoiets bestaat als “gratis” onderwijs. Het is hoog tijd dat scholen hun leerlingen de échte kostprijs kunnen aanrekenen, zowel in het kleuter-, lager als middelbaar onderwijs. Dat gaat toch al gauw over zo'n 10.000 euro per jaar. Het is niet meer dan normaal dat we de schoolgaande jeugd dan ook toelaten om, als ze dat willen, zelf te gaan werken om hun studies te bekostigen. Dat is in feite een sociale maatregel, want anders zouden de ouders die kostprijs helemaal zelf moeten betalen!”

De voorhistorische vakbonden noemen het akkoord sociaal onverantwoord. Natuurlijk gaat het om conservatieve dinosauriërs die de broodnodige veranderingen willen tegenhouden. Zo sturen ze het land de afgrond in. Dit akkoord is echter wel degelijk sociaal verantwoord, nietwaar?

“Zeer zeker! We hebben het aloude principe gehanteerd: “de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.” Uit een wetenschappelijke studie is gebleken dat de bevolkingsgroep met de sterkste schouders de metaal- en spoor-arbeiders tussen 25 en 45 zijn. Bankiers en bedrijfsleiders blijken daarentegen gemiddeld genomen erg fragiele schoudergewrichten te hebben.

We hebben veel te lang vér boven onze stand geleefd. Bovendien komt de vergrijzings-tsunami op ons af! (opgewonden) Tegen 2050 zijn er, volgens onze berekeningen, voor elke werknemer, 8.374 gepensioneerden! (hyperventilerend) En tegen 2075 loopt dat zelfs op tot 3,8 miljoen gepensioneerden per werkende! Dat is niet meer houdbaar! We moeten dus dringend de pensioenen redden. De mensen worden ouder, dus het is normaal dat ze langer moeten werken. Een loopbaan van 50 jaar voltijds werken [168 uur per week, nvdr] moet de norm worden. Wie in de hangmat van een 38-urenweek wilt blijven liggen, die moet dan maar in verhouding langer blijven werken [221 jaar, nvdr] voor een volledig pensioen. Duurzame pensioenen zijn kostenneutraal: het gemiddeld pensioen moet verlaagd worden tot 0 euro. Wie langer gewerkt heeft, krijgt wat meer dan het gemiddelde; wie minder lang gewerkt heeft, krijgt wat minder en zal dus moeten betalen. Eerlijk is eerlijk.”

[Commentaar? Reageer via DWM]

(permlink) Overleggen is plezant

Op 2 december 2011 ben ik, samen met 80.000 anderen, gaan betogen tegen het regeerakkoord van Di Rupo. Spijtig genoeg denkt de vakbondstop blijkbaar dat één keer betogen wel zal volstaan, en dat ze nu via “overleg” het asociale besparingsplan wel zullen kunnen tegenhouden. Op de ACV-website lees ik bijvoorbeeld:
Na de betoging hadden de vakbonden een ontmoeting met formateur Di Rupo. Tijdens dit lange contact werden de vakbondsgrieven rond het regeerakkoord uitgebreid toegelicht. Na afloop verklaarde Luc Cortebeeck dat de formateur, die nog geen premier is, open staat voor een sociale benadering maar op dit moment rekening moet houden met de nieuwe regering die nog moet gevormd worden. Luc Cortebeeck benadrukte daarom dat deze betoging een signaal is naar alle betrokken politieke partijen. Hij onderstreepte ook het belang van de opening die met het contact werd gemaakt: er is eindelijk overleg mogelijk.
Met andere woorden:


Verder terug