Maart 2012
(permlink)
LOKO en Millenniumonderwijs
De Leuvense studentenraad LOKO heeft op 2 maart 2012
een ontwerpnota opgesteld in verband met het zogenaamde “millenniumonderwijs”.
Het “millenniumonderwijs” is het jaarthema van LOKO, en moet een oplossing
bieden voor problemen die de laatste jaren opduiken in het hoger onderwijs, zoals
overvolle aula's die vaak rumoerig zijn, en een gebrek aan engagement bij studenten.
Ik citeer uit het besluit van de nota:
“Informatie is alomtegenwoordig, en mensen krijgen constant prikkels van buitenaf.
Als het onderwijs hierop geen antwoord biedt, dan is het niet meer dan natuurlijk dat de
aandacht en het engagement van de student meer gaat naar de dingen die veel frequenter
informatie uitsturen en hun aandacht vragen. Daarom is het nodig om onderwijs niet te
laten stoppen aan de deuren van de aula, en de bureau waar de cursussen liggen,
maar om dit ook te brengen, en nadrukkelijk aanwezig te laten zijn, op het niveau
waar een hedendaagse student zijn informatie vooral haalt, namelijk de media, en meer
specifiek sociale media. Dit is [...] een noodzakelijke stap om onderwijs op het
voorplan bij de studenten te houden.”
Samengevat is de boodschap van LOKO dus:
de student van tegenwoordig heeft de
attention span van een goudvis
en zit liever voor de TV en op facebook en twitter
dan in de les of voor z'n boeken. Het is de taak van moderne proffen om studenten
te motiveren, dus ze moeten zorgen dat als de studenten niet meer naar de les willen komen, dat
dan de les dan maar naar de studenten komt, meer bepaald via de (sociale) media.
Misschien ben ik ouderwets en/of interpreteer ik het standpunt van LOKO verkeerd,
maar ik vind de argumentatie van LOKO zeer vreemd.
Met een zeer gelijkaardige redenering zou je kunnen argumenteren dat het onderwijs
voortaan naar het café (of naar de fakbar) moet gebracht worden,
want het is niet meer dan natuurlijk dat de hedendaagse student
meer tijd op café spendeert dan in de aula — mensen krijgen namelijk
constant “prikkels van buitenaf”, om maar te zwijgen van al die
gratis vaten! Om te zorgen dat de studenten het onderwijs op het voorplan houden,
is het dus noodzakelijk dat de “lessen” voortaan gegeven worden in de vorm van
dronken discussies aan de toog.
Akkoord, ik trek het een beetje op flessen. Ja, nieuwe technologie kan nuttig zijn
om het onderwijs te verbeteren. Ja, traditionele ex-cathedra hoorcolleges waarin een
cursustekst wordt afgedramd zijn nutteloos. Ja, meer interactieve lesvormen zijn
nuttig. Tot zover ga ik akkoord met LOKO.
Waar ik niet mee akkoord ga, is dat ICT een oplossing zou bieden voor
het probleem van te grote groepen studenten. Nee, geautomatiseerde
multiple-choice-examens op on-line leerplatformen zijn geen goed idee.
Nee, “web-lectures” waarbij de lessen vervangen worden door YouTube-filmpjes
zijn geen goed idee.
Als er meer studenten zijn, dan moeten de groepen opgesplitst worden in groepjes met een
didactisch verantwoorde omvang. En dan zijn er ook meer lesgevers nodig, en meer infrastructuur.
Dat is de enige echte oplossing. En ja, dat kost geld,
geld dat onze onderwijsministers liever
niet uitgeven, want besparen is in de mode
— herinner u, “wij” hebben nog wat schulden af te betalen, o.a. van de redding
van, hoe heten ze tegenwoordig ook alweer, Barfius,
nee, Belchius,
ik bedoel Belfius.
Daarom hanteren onderwijsministers graag de slogan “meer doen met minder middelen”,
en er wordt daarbij dan vaak gewezen naar de nieuwe ICT-mogelijkheden.
Het is een spijtige zaak dat de officiële Leuvense studentenvertegenwoordigers
meestappen in die logica, in plaats van het verzet te organiseren tegen het besparingsbeleid.
Februari 2012
Op 21.02.2012 ben ik papa geworden. M'n dochter heet
Nette.
Die naam is
geïnspireerd op een personage uit
de film
Daens.
Pas achteraf kwamen we te weten dat “Nette” ook de naam is
van de
jongste dochter van CD&V-voorzitter Wouter Beke — de hypocriete
tsjeef, de CD&V heeft veel meer gemeen met de Katholieke Partij van
Woeste dan met het Daensisme.
Enfin, gelukkig is Di Rupo
ons nog geen groot pluchen konijn komen brengen.
(permlink)
Bekaert en innovatiesteun
De Vlaamse kenniseconomie boert niet zo goed.
Het is te zeggen, er wordt stevig winst gemaakt, daar niet van,
maar toch wordt het één na het ander sociaal bloedbad aangekondigd.
Enkele voorbeelden:
Janssen Pharmaceutica maakte in 2007 maar liefst 674 miljoen euro winst,
terwijl er daar in datzelfde jaar 688 jobs verloren gingen;
in 2010 maakten ze “maar” 22 miljoen euro winst
en waren er nog eens 446 ontslagen.
Alcatel-Lucent kondigde onlangs 185 ontslagen aan,
bovenop het verdwijnen van TBP in Geel (een voormalige vestiging van Alcatel-Lucent),
met 335 ontslagen in september 2011.
Nochtans maakte de groep in 2010 nog 334 miljoen euro winst.
Bij Philips in Turnhout verdwenen in 2009 opnieuw 225 jobs, bovenop de
264 ontslagen van eind 2008. Wereldwijd maakte Philips in 2010 een slordige 1,4 miljard
euro winst.
Bij de hoogtechnologische staaldraadproducent Bekaert werden 600 ontslagen aangekondigd
terwijl ze in 2010 in totaal 367 miljoen euro winst maakten.
Hoe komt dat?
Als je het aan de werkgeversorganisaties vraagt, dan is het probleem dat
de bedrijven te veel belastingen moeten betalen en te weinig overheidssteun voor innovatie krijgen.
Te veel belastingen? Dankzij de notionele intrestaftrek betalen bedrijven als Bekaert of Arcelor-Mittal
in België 0% belastingen op hun winst. Maar blijkbaar is zelfs dat nog te veel.
Ze moeten namelijk nog lonen betalen aan hun werknemers, en dat is natuurlijk ook een
indirecte vorm van belastingen (want die werknemers betalen allemaal wél hun belastingen!).
Overheidssteun voor innovatie
Te weinig overheidssteun? Volgens
Paul Soete van Agoria zijn de overheidsbudgetten voor het stimuleren van innovatie
onvoldoende, en leggen ze te veel de nadruk op fundamenteel onderzoek in plaats van op
vraaggerichte innovatie.
Wilson De Pril, ook van Agoria,
wijst op een studie van het Nederlands onderzoeksinstituut Technopolis,
waaruit zou blijken dat in andere landen het academisch onderzoek veel meer afgestemd
is op de noden van het bedrijfsleven.
Laten we de cijfers er even bijhalen.
In Vlaanderen zijn er twee grote financieringsbronnen voor wetenschappelijk onderzoek:
het FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek) en het IWT (agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie).
Het FWO sponsort voornamelijk fundamenteel onderzoek, het IWT is vooral gericht
op toegepast onderzoek en ontwikkeling.
In 2010 deelde het IWT welgeteld 146.871.763 euro uit aan rechtstreekse steun voor
onderzoek en ontwikkeling (O&O) in bedrijven, waarvan ongeveer 2/3 aan een handvol
grote bedrijven en 1/3 aan een 200-tal KMO's.
Dat bedrag is op zich al hoger dan de totale toelage van de Vlaamse Gemeenschap
aan het FWO (137 miljoen euro).
Daarbovenop krijgen bedrijven via andere soorten IWT-projecten ook nog
heel wat steun, o.a. via TETRA-, SBO-, en TBM-projecten en Baekeland-mandaten.
Bekaert ontving in 2010 bijvoorbeeld 1,8 miljoen euro via O&O-steun van het IWT;
in 2009 kregen ze zelfs nog 3,7 miljoen.
Janssen Pharmaceutica haalde in 2010 maar liefst 13 miljoen euro binnen (in 2009
moesten ze het doen met 9 miljoen);
Alcatel-Lucent kwam aan 4,2 miljoen in 2010 — in 2009 konden ze nog
9,3 miljoen binnenrijven, onder andere met een klein projectje ter waarde
van 275.012 euro (peanuts in vergelijking met hun andere projecten)
met de fascinerende titel Entrepreneurial Boot Camps and Opportunity incubation process
(dat klinkt als een snelcursus “Belastingsontduiking en Kaviaarvreten voor beginners”, maar dat zal wel aan mij liggen).
“Engagementen” inzake werkgelegenheid
Naar aanleiding van de ontslagen bij Bekaert en de 17 miljoen euro innovatiesteun die Bekaert de laatste 5 jaar
ontving verkondigde Minister van Innovatie Ingrid Lieten (SP.A)
dat ze wil onderzoeken of ze misschien eventueel niet
eens kunnen overwegen om te kijken of het mogelijk zou kunnen zijn om bij het
toekennen van steun aan bedrijven, in zekere zin en in de mate van het mogelijke,
voorzichtig en op termijn,
toch een klein beetje sterkere engagementen inzake werkgelegenheid
zouden kunnen mogen gesuggereerd worden.
“Ten slotte gaat het om belastinggeld waarvoor de maatschappij iets terug verwacht.”
Sterkere engagementen inzake werkgelegenheid? Wat zijn we met “engagementen”
van gehaaide CEO's die jarenlang lucratief de belastingbetaler uitzuigen
om dan, als de markt een dipje heeft
(onder andere omdat wereldwijd de koopkracht ondermijnd wordt door besparingsplannen
die de staatsschuld moeten terugdringen die zij zelf veroorzaakt hebben),
zonder scrupules te verklaren dat het bedrijf in moeilijkheden zit en een “sanering”
noodzakelijk is? Steek de vos in het kippenhok, lijm de kippen met hun poten vast
aan hun stokken en doe de deur stevig op slot — geen zorgen, we zullen
sterke engagementen vragen van de vos inzake zijn voedingspatroon!
Ik zou er eerder voor zorgen dat er harde garanties op werkgelegenheid komen.
Dat is heel eenvoudig: als een bedrijf
zoals Bekaert, Janssen Pharmaceutica, of Arcelor-Mittal niet zelf wil zorgen voor
werkgelegenheid, dan moet het maar genationaliseerd worden. Niet door de overheid
de aandelen te laten overkopen aan beurswaarde, maar door een onteigening, waarbij
enkel de kleine aandeelhouders gecompenseerd worden op basis van bewezen behoefte.
Onderzoek en onderwijs
Toegepast onderzoek kan niet zonder fundamenteel onderzoek. Fundamenteel onderzoek
kan niet zonder onderzoekers, en dus een degelijk en toegankelijk hoger onderwijs.
Hoger onderwijs kan niet zonder degelijk lager- en middelbaar onderwijs.
Het heeft dus weinig zin om “innovatie” te steunen door de geldkraan naar de bedrijven
open te draaien terwijl de geldkraan van het (hoger) onderwijs wordt dichtgedraaid.
In 1980 werd er nog 7% van het bruto binnenlands product gespendeerd aan onderwijs;
sinds eind jaren '90 wordt er zowel in Vlaanderen als in Franstalig België
nog slechts ongeveer 4,5% van het bruto regionaal product aan onderwijs besteed.
In 1993 was de subsidie per student in het hoger onderwijs in Vlaanderen
nog gemiddeld 37% van het BRP per inwoner; vandaag is dat minder dan 23%.
Het aantal studenten steeg tussen 1995 en 2010 met 42%, terwijl het onderwijzend
personeel gelijk bleef (van 12.413 VTE in 1995 naar 12.390 VTE in 2010).
De middelen voor onderwijs worden systematisch uitgehold door onderindexering
en doordat ze slechts gedeeltelijk en met vertraging de groei in studentenaantallen
volgen. Zo steeg tussen 2005 en 2010 het aantal studenten met 26,4% (gemiddeld
6,9% universiteitsstudenten en 4,2% hogeschoolstudenten erbij per jaar), maar
het huidige “kliksysteem” brengt die stijging veel te weinig en te laat
in rekening. Tussen 2011 en 2015 zal een deel van de middelen elk jaar met 2% naar omhoog
“klikken”,
waardoor het totaal budget tegen 2015 met een kleine 7% zal stijgen — maar
het hoger aantal studenten (26,4% meer) is er wel nú al!
Het academisch onderwijs en onderzoek is al meer dan genoeg “afgestemd
op de noden van het bedrijfsleven”. Een gemiddelde ingenieur kan
tegenwoordig beter een business plan opstellen dan een wiskundige stelling
bewijzen. Academisch onderwijs zou niet de bedoeling moeten hebben om vakidioten
af te leveren die gespecialiseerd zijn in de hype die toevallig op dat moment
gevraagd wordt door het bedrijfsleven. We hebben geen nood aan kant-en-klare
“zaagdraadspecialisten” die in 2010 rechtstreeks bij Bekaert aan de
slag zouden kunnen gaan, maar vandaag een nutteloos diploma zouden hebben.
Academisch onderwijs moet studenten vooral voorbereiden op de kennis en de technologie
die er nu nog niet is. En daarbij is het bedrijfsleven, en haar korte-termijndenken
en haar oogkleppen die enkel toestaan om te focussen op de winstcijfers van het komende kwartaal,
echt geen goede raadgever.
Januari 2012
Vandaag is het Driekoningen. Traditioneel gaan de kinderen in groepjes van drie,
verkleed als koningen, van deur tot deur. Ze zingen dan een liedje, en krijgen
als beloning snoep of geld.
Dit jaar zijn het echter de bankiers en andere grootkapitalisten die op bedeltocht
gaan.
“Trick or treat”-gewijs komen ze bij iedereen langs,
en hun liedje gaat alsvolgt:
Besparingen, besparingen,
geef hen toch genen dop;
wie jong is, die moet zweten,
tot dat 'em is versleten,
Di Rupo heeft het geld
al op de rooster geteld.
Besparingen, besparingen,
geef hen een lager loon;
den index moogde vergeten,
Van Eetvelt kan het weten,
Di Rupo heeft het geld
al op de rooster geteld.
Besparingen, besparingen,
geef hen een klein pensioen;
we hebben het gemeten,
ze zullen nog kunnen eten,
Di Rupo heeft het geld
al op de rooster geteld.
Besparingen, besparingen,
geef mij weer hoge winst;
ik ben er door bezeten,
weg met de proleten,
Di Rupo geeft het geld
aan de rijken, de held!
Vervolgens stormen ze de huiskamer binnen, doorzoeken ze alle kasten en lades,
en graaien bliksemsnel alle familiejuwelen en andere waardevolle spullen mee.
Ze mompelen nog even iets over dat iedereen een inspanning moet doen in deze
moeilijke tijden, en ze zijn alweer verdwenen, op naar het volgende huis.
Alleen de televisie laten ze staan, zodat het onthutste gezin beeldbuismatig
gerustgesteld kan worden door economen en politici die plechtig verklaren
dat de maatregelen pijnlijk maar noodzakelijk zijn, en dat degenen die erover
durven te klagen, onverantwoordelijke rotzakken zijn die het land nog dieper
de afgrond willen induwen...
December 2011
Mijn oprechte excuses voor het misschien nogal onnozele
gezwasmm,
maar ik vind dit wel leuk. Compleet nutteloos, maar wel leuk.
Hieronder staan twee vreemde gedichtjes. Lees ze eens aandachtig en op't gemak.
Die rare pet
Breed bad,
vet lied,
worst of brood?
(worst vet)
Die pet,
die rare pet!
(vast rare rage)
Meet vet...
Spoken (!)
word
driest wit.
At worst.
Boos, bang, boom, vent!
Slap vet! (want rare pet!)
Smart?
Met vet! Violet vet!
Die pet, die wrong...
Brave kind deed... stout!
(sip of stout?)
Kinds of lager!
Nog?
Norse beer!
Bar...
Been star.
Sleep last.
Driest lot, rare mop is wet
Poets glad.
Poets matter. (Men beware!)
- Poets bad.
- Poets gang (of 2 dozen).
- Poets mug?!
Hoe rapper, hoe lager!
Rare kind deed put rapper toe in water!
...
SNAP !?
...
Poets blink.
- Poets rode trap.
- Poets die flat!
Poets rest (met water).
In welke taal heb je ze gelezen? In het Nederlands of in het Engels? Of allebei?
Je zou dit
bilinguaal-homografische poëzie kunnen noemen.
Voor zover ik weet ben ik de eerste die dat probeert (indien niet: stuur me gerust tegenvoorbeelden door!).
Het is een vorm van
constrained writing
(
littérature sous contraintes,
zie ook
Opperlands),
zoals
lipogrammen of
palindromen.
Wat nog het meest in de buurt komt, is bilinguaal-
homofone
poëzie, zoals
dit gedicht
dat hetzelfde klinkt in het Italiaans als in het Hebreeuws (maar een andere betekenis heeft en anders geschreven wordt).
De
xenogrammen
van
Brandt Corstius komen ook in de buurt,
maar daar gaat het over Nederlands proza dat wordt opgebouwd uit bijvoorbeeld Engelse woorden,
waarbij het Nederlands wel zinvol is maar het Engels niet, en ook behoorlijk obscure Engelse
woorden toegelaten zijn, bijvoorbeeld
“Bizarre arts wilde kale vent redden.
Die rare arts keek even spits, streek dan met proper lancet broom over die vent, van top tot teen”.
Dat is ook wel leuk, maar het is natuurlijk moeilijker om iets te maken dat in beide
talen betekenis heeft, en om obscure woorden te vermijden. Poëzie laat natuurlijk wel
meer vrijheid dan proza.
In bovenstaande gedichtjes zijn de enige vergezochte woorden “nog”
(afkorting van
“eggnog”
volgens
Wiktionary)
en “hoe”
(volgens
Wiktionary:
“(US, slang) Alternative spelling of ho. A prostitute.”),
voor de rest blijft het vrij simpel.
Is het je trouwens opgevallen dat de titel van het tweede gedicht
(“Driest lot, rare mop is wet”) in het Nederlands eerder hoort bij het “Engels gedicht”,
dat over het drieste lot gaat van een bende criminele poëten die plots in een val rijden en sterven,
terwijl diezelfde titel in het Engels
(te vertalen als “Droogste perceel, zeldzame dweil is nat”)
eigenlijk past bij het “Nederlands gedicht”?
Volgens De Wever is de nieuwe regering een obesitas-regering, met te veel postjes voor ministers
en staatssecretarissen. (Volgens mij is het probleem niet zozeer dat de regering “te dik” is,
maar dat ze een beleid gaan voeren in het belang van de “dikke portemonnees”, maar bon, daar
wil ik het nu niet over hebben.)
Er wordt ook vaak gesteld door vetzakken zoals De Wever
dat de overheid “te vet” is, en dat er dringend een liposuctie van
het ambtenarenapparaat nodig is. Eén ding wordt echter systematisch over het hoofd gezien:
ons veel te uitgebreid alfabet.
Het wordt hoog tijd om de taboes te doorbreken en het debat te openen over ons alfabet:
maar liefst 26 letters, en dan nog eens allemaal in twee versies (hoofdletter en kleine letter),
dat is echt te veel van het goede.
Het is naïef om te denken dat het alfabet “gratis” zou zijn. Het eerste leerjaar van het lager
onderwijs zou drastisch kunnen ingekort worden als we onze kinderen niet zo'n oubollig obesitas-alfabet
zouden moeten aanleren! Toetsenborden zouden veel minder knoppen nodig hebben, lettertype-ontwerpers zouden
al die overtollige letters niet moeten tekenen, en ga zo maar door.
Kortom: we moeten dringend ons obesitas-alfabet gaan rationaliseren.
Om te beginnen: het onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters. Als we dat nu eens afschaffen,
dan besparen we ineens de helft van de lettertekens, althans voor lettertype-ontwerpers en kinderen die
leren lezen en schrijven. voor onze toetsenborden is de besparing minder groot, maar toch, de
shift-knop
(en vaak zijn dat er twee!) kan afgeschaft worden.
sommige letters zijn duidelijk compleet overbodig. neem bijvoorbeeld de “x”:
eigenlijk is dat hetzelfde als “ks”, dus waarom daar speciaal een letter voor maken?
een andere duidelijke kandidaat “eks-letter” is de “q”. de “q” wordt altijd gevolgd door
een “u”, en samen is dat eigenlijk hetzelfde als “kw”. we kunnen dus gerust
consekwent dergelijke infrekwente letters likwideren.
de “c” komt wat vaker voor, maar is eigenlijk altijd ofwel een “k”, ofwel een
“s” (het spesiaal geval “ch” zullen we voorlopig nog toelaten, dat schaffen
we straks wel af). hetzelfde voor de “y”: dat is eigenlijk altijd ofwel een “i”,
ofwel een “j”. die twee letters kunnen we dus sistematisch en konsekwent eksekuteren.
sommige letters zijn in feite varianten van elkaar: een stemhebbende en een stemloze.
we sommen ze even op:
“b” en “p” (de bilabiale plosieven),
“d” en “t” (de alveolaire plosieven),
“v” en “f” (de labiodentale frikatieven),
“z” en “s” (de alveolaire frikatieven),
“g” (zoals in “gaan”) en “ch” (de velaire frikatieven),
“g” (zoals in “guerrilla”) en “k” (de velaire plosieven).
hier is duidelijk ruimte voor rationalisatie. laat ons enkel de stemhebbende versie houden,
en de stemloze versie afschaffen en vervangen door de stemhebbende gevolgd door een “h”.
aangezien de “g” obh dhwee verzhghillende manieren kan gebruikdh worden,
moedhen we de “k” nog wel behouden omdadh er anderzh geen verzhghil meer zou zijn dhuzhzhen
bijvoorbeeld “lughdh” (“de lughdh izh blauw”)
en “lukdh” (“hedh lukdh niedh”)
— en omdadh we “k” nodig hebben voor de
ekzh-ledhdherzh “kzh” en “kw”.
de “ch” kan eghdher ook een zhdhemloze bhozhdhalveolaire vhrikadhievh zijn (zoalzh in “chokolade”);
dan zhghrijven we hedh alzh “sj”, ovh bedher gezegd, “zhj”.
obh die manier kunnen we de “c” helemaal avhzhghavhvhen: vanavh nu zhghrijven we
“zhidhroen”, “zhirkuzh”, “zhjokoladedhaardh”, enzovoordh.
| | zhdhemhebbend | zhdhemloozh | vervanging
|
---|
bhlozhieven | bilabiaal | b | p | bh
|
alveolair | d | t | dh
|
velair | g | k
|
vhrikadhieven | labiodendhaal | v | f | vh
|
alveolair | z | s | zh
|
velair | g | ch | gh
|
de “w” (in hedh vhranzh:
double v) izh eigenlijk gevvoon dhvvee v'zh na elkaar,
duzh die ledhdher kunnen vve ook gemakkelijk avhzhghavhvhen.
de romeinen hadden die dhrouvvenzh ook niedh. zij gebruikdhen bovendien (radhioneel alzh ze vvaren)
de “v” ook alzh “u”, en de “i” alzh “j”,
bijvoorbeeld “IVLIVS CAESAR”. alzh zii dadh allemaal nog konden lezen, dan kvnnen vvii dadh ook.
laadh onzh hedh daar, voorlobhig aldhhanzh, bii hovden kwa ledhdher-avhzhghavhvhingen.
hier izh nog even, dher herinnering, een overzighdh van alle ledhdherzh en hvn evendhvele vervanging:
a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q(u) | r | s | t | u | v | w | x | y | z
|
| | zh/k/g | | | vh | | | | i | | | | | | bh | kw | | zh | dh | v | | vv | kzh | i/j |
|
hedh nievvve alvhabedh dheldh nog zhleghdhzh 15 ledhdherzh, in bhlaadhzh van 26.
dankzii die bezhbharing (medh maar lievhzhdh 42 bhrozhendh!) zal onze gezhghreven dhaal een zhdhvk
evhvhizhiëndher vvorden.
hedh zal mizhzhghien even vvennen vvorden, maar vve moedhen de ekonomizhghe realidheidh onder ogen dvrven zien:
een obezhidhazh-alvhabedh medh 11 kombhleedh overdhollige ledhdherzh, dadh kvnnen vve onzh gevvoon niedh
bhermidhdheren!
deze bezhbharingen ziin dvzh broodnodig alzh vve een dvvrzaam alvhabedh vvillen, zodadh onze kinderen
nog een dhoekomzhdh hebben.
leve de voorvidhgang!
volgende vveek: vveg medh de arabizhghe zhiivherzh en al die overbodige leezhdhekenzh
de romeinen gebrvikdhen die ook niedh
vvie heevhdh er nv leezhdhekenzh nodig
en abhardhe zhimbolen voor zhiivherzh vvadh izh me dadh voor arabizhghe mozhlim nonzhenzh
vve kvnnen dhogh gevvoon ledhdherzh gebrviken
vierendhvvindhig vvorddh duzh kzh kzh i v
zo zhimbhel izh dadh
en
vvaaromeigenliiknogzhbhadhiezhgebrvikendadhizhalleenmaarbhlaadhzhverzhbhilling
[Commentaar? Reageer via DWM]
Na 5487 dagen onderhandelen is er eindelijk een regeerakkoord tot stand gekomen.
“Het is een evenwichtig akkoord,” aldus formateur
Di Wevo.
We overlopen even de belangrijkste elementen uit het akkoord.
Eén van de meest opvallende veranderingen is de verhoging
van de werkduur van 38 uren per week naar 168 uren per week.
Volgens de vakbonden zou dat vooral de werkende bevolking treffen.
Balio Di Wevo: “We hebben het voor de zekerheid nog eens nageteld,
en er gaan wel degelijk 168 uren in een week.
Dat was vroeger ook al zo, dus in die zin verandert er eigenlijk niets.
Bovendien is niemand verplicht om effectief de volledige 168 uren te gaan werken:
als je een fulltime-job fysiek of mentaal niet aankan, kan je gerust bijvoorbeeld
halftijds gaan werken, 84 uur per week dus. Natuurlijk moet je dan niet verwachten dat
daar dan nog een volledig loon tegenover staat...”
Nog steeds volgens de vakbonden zou de maatregel ook kunnen leiden tot werkloosheid.
Klopt dat?
“Hier slaan de vakbonden de bal grondig mis.
Werkloosheid betekent niet werken, dus 0 uren per week.
In het akkoord wordt er daarentegen juist afgesproken dat er méér uren gewerkt zullen worden!
Ik begrijp dus niet wat hun probleem is! (lacht)”
Wordt er geraakt aan de index?
“Helemaal niet. Het index-mechanisme blijft volledig bestaan. Wat we wel gaan doen,
is de index terug in balans brengen. Zoals je wel weet, wordt de index berekend op basis
van een indexkorf, waar zowel producten inzitten die duurder worden als producten die goedkoper
worden. Alleen is de index momenteel niet in evenwicht: er zitten meer producten in de korf
die duurder worden, dan producten die goedkoper worden. Daarom moet de indexkorf dringend
herbekeken worden: producten die duurder worden moeten eruit, producten die goedkoper worden moeten
erin. Op die manier kunnen we de index terug in balans brengen, om zo te
voorkomen dat de spilindex nog overschreden wordt in de toekomst. Wij staan immers voor
een duurzaam beleid, zonder verspilling.”
Een andere ietwat controversiële maatregel van het akkoord is de herinvoering van
de kinderarbeid. Waar maakt men zich eigenlijk druk om, het is toch duidelijk dat de markten
gerustgesteld moeten worden?
“Inderdaad. We moeten competitief blijven, en de economische realiteit is nu eenmaal
wat hij is. De markten worden terecht boos, maar met dit akkoord zullen we de markten zeker
terug blij maken.
Merk trouwens op dat kinderarbeid niet verplicht wordt, maar enkel mogelijk
wordt, op vrijwillige basis en mits goedkeuring van tenminste één van de ouders!
(diepe zucht)
We moeten dringend af van het waanbeeld dat er zoiets bestaat als “gratis” onderwijs.
Het is hoog tijd dat scholen hun leerlingen de échte kostprijs kunnen aanrekenen,
zowel in het kleuter-, lager als middelbaar onderwijs.
Dat gaat toch al gauw over zo'n 10.000 euro per jaar.
Het is niet meer dan normaal dat we de schoolgaande jeugd dan ook toelaten om, als ze dat willen,
zelf te gaan werken om hun studies te bekostigen. Dat is in feite een sociale maatregel,
want anders zouden de ouders die kostprijs helemaal zelf moeten betalen!”
De voorhistorische vakbonden noemen het akkoord sociaal onverantwoord. Natuurlijk gaat het om
conservatieve dinosauriërs die de broodnodige veranderingen willen tegenhouden.
Zo sturen ze het land de afgrond in. Dit akkoord is echter wel degelijk sociaal verantwoord, nietwaar?
“Zeer zeker!
We hebben het aloude principe gehanteerd: “de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.”
Uit een wetenschappelijke studie is gebleken dat de bevolkingsgroep met de sterkste schouders de
metaal- en spoor-arbeiders tussen 25 en 45 zijn. Bankiers en bedrijfsleiders blijken daarentegen
gemiddeld genomen erg fragiele schoudergewrichten te hebben.
We hebben veel te lang vér boven onze stand geleefd. Bovendien komt de
vergrijzings-tsunami op ons af! (opgewonden)
Tegen 2050 zijn er, volgens onze berekeningen, voor elke
werknemer, 8.374 gepensioneerden!
(hyperventilerend)
En tegen 2075 loopt dat zelfs op tot
3,8 miljoen gepensioneerden per werkende! Dat is niet meer houdbaar!
We moeten dus dringend de pensioenen redden.
De mensen worden ouder, dus het is normaal dat ze langer moeten werken.
Een loopbaan van 50 jaar voltijds werken [168 uur per week, nvdr]
moet de norm worden. Wie in de hangmat van een 38-urenweek
wilt blijven liggen, die moet dan maar in verhouding langer blijven werken [221 jaar, nvdr]
voor een volledig pensioen.
Duurzame pensioenen zijn kostenneutraal: het gemiddeld pensioen moet verlaagd worden tot 0 euro.
Wie langer gewerkt heeft, krijgt wat meer dan het gemiddelde;
wie minder lang gewerkt heeft, krijgt wat minder en zal dus moeten betalen.
Eerlijk is eerlijk.”
[Commentaar? Reageer via DWM]
(permlink)
Overleggen is plezant
Op 2 december 2011 ben ik, samen met 80.000 anderen, gaan betogen tegen
het regeerakkoord van Di Rupo. Spijtig genoeg denkt de vakbondstop blijkbaar
dat één keer betogen wel zal volstaan, en dat ze nu via “overleg”
het asociale besparingsplan wel zullen kunnen tegenhouden.
Op de
ACV-website
lees ik bijvoorbeeld:
Na de betoging hadden de vakbonden een ontmoeting met formateur Di Rupo.
Tijdens dit lange contact werden de vakbondsgrieven rond het regeerakkoord uitgebreid toegelicht. Na afloop verklaarde Luc Cortebeeck dat de formateur, die nog geen premier is, open staat voor een sociale benadering maar op dit moment rekening moet houden met de nieuwe regering die nog moet gevormd worden. Luc Cortebeeck benadrukte daarom dat deze betoging een signaal is naar alle betrokken politieke partijen. Hij onderstreepte ook het belang van de opening die met het contact werd gemaakt: er is eindelijk overleg mogelijk.
Met andere woorden:
Juni 2011
Vandaag besliste mijn werkgever, de K.U.Leuven, om een collega van mij te
ontslagen
omdat ze had meegedaan aan de
actie tegen genetisch gemanipuleerde
aardappelen in Wetteren en achteraf weigerde haar steun voor de actievoerders in te slikken.
Enkele bedenkingen.
1.
Ik heb niets tegen onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek, integendeel.
Het wordt gevaarlijker als dat zogezegd onafhankelijk onderzoek eigenlijk niet zo onafhankelijk is.
De huidige wijze van financiering van het onderzoek rond
GGO laat volgens mij geen onafhankelijk onderzoek toe. Dit onderzoek gebeurt in grote mate in opdracht van en op kosten
van de grote agro-industrie. Bovendien zou ik wat er in het proefveld van Wetteren gebeurt
niet echt onderzoek noemen maar eerder ontwikkeling en valorisatie (o.a. patent-aanvragen).
Een proefveld triomfantelijk aankondigen met een spandoek
“hier groeien de aardappelen van de toekomst”,
dat klinkt niet alsof men nog onderzoekt of het überhaubt wel wenselijk is om GGO-aardappelen te gaan produceren.
2.
Sommige actievoerders hebben in Wetteren schade aangericht aan het proefveld. Daarvoor riskeren ze juridische vervolging.
Zij hebben daarbij recht op een eerlijk proces, en zijn onschuldig tot hun schuld bewezen is.
Blijkbaar vindt mijn werkgever het niet nodig om het proces af te wachten.
3.
De reacties vanuit de politiek en de rectoren zijn erg hysterisch, ze spreken van een
“gewelddadige actie”, een “aanslag op het vrij onderzoek en op de vrije meningsuiting”,
“hooliganisme”, enzovoort. Dat lijkt me allemaal nogal overdreven.
Er zijn geen doden of gewonden gevallen, er zijn hooguit een aantal controversiële patattenplanten beschadigd.
Als het weer had tegengezeten was de oogst misschien helemaal mislukt in plaats van
voor 20%.
De proef zal waarschijnlijk nog representatieve resultaten opleveren, dus uiteindelijk valt de schade nog wel mee.
Vooral omdat ze de schade zullen verhalen op de actievoerders én ze 250.000 euro extra middelen krijgen van minister Lieten.
Al bij al lijkt het me dat heel het incident meer oplevert voor de onderzoekers dan dat het ze kost.
In elk geval is het duidelijk dat de actievoerders niet als doel hadden
om het proefveld zoveel mogelijk te beschadigen, anders hadden ze hun actie wel 's nachts en onaangekondigd gedaan.
Je kan de “vernielingen” eigenlijk hooguit mild vandalisme noemen.
Ik keur dat natuurlijk niet goed, maar er zijn ergere dingen.
4.
Volgens de Vlaamse rectoren verwerpt de
Field Liberation Movement
“zowel de wetenschappelijke methode als de democratische besluitvorming”.
Dat lijkt mij niet correct te zijn. De
argumenten van de FLM tegen GGO
lijken mij rationele en wetenschappelijk onderbouwde argumenten te zijn, dus het lijkt me dat ze de wetenschappelijke
methode hanteren maar blijkbaar tot een andere conclusie komen dan pro-GGO-onderzoekers.
Over de democratische besluitvorming in dit land kan je veel zeggen, maar naar het schijnt zou 65% van de Belgische
bevolking tegen GGO-voedsel zijn, dus het is maar de vraag of die democratische besluitvorming naar behoren
functioneert als die goedkeuring verleent aan het proefveld. De keuze voor of tegen een industrieel landbouwmodel
wordt helemaal niet democratisch gemaakt, en dat is juist waar organisaties zoals FLM zich tegen verzetten.
5.
Het is bijzonder cynisch dat onze vice-rector het argument van de verdediging van de vrije meningsuiting
bovenhaalt om te verdedigen dat er een onderzoekster wordt ontslagen omwille van het feit dat ze geen afstand wilt
doen van haar woorden ter verdediging van de actievoerders. In feite wordt ze dus — in naam van de vrije meningsuiting! —
ontslagen omdat ze (openlijk)
een meningsverschil heeft met haar werkgever over de wenselijkheid van bepaalde actievormen.
6.
Gaat vanaf nu elke K.U.Leuven-werknemer ontslagen worden die zich uitspreekt ter verdediging van
activisten die protesteren tegen controversieel onderzoek? Moeten we nu voorzichtig zijn om te sympathiseren met
dierenrechtenorganisaties die proeven op apen willen verbieden of boycotten? Mag een moraalfilosoof nog nadenken
over de ethische aspecten van bepaalde medische ingrepen of proeven? Wat is het “verdedigen van geweld” eigenlijk?
Zijn mensen die niet protesteren tegen de Belgische militaire interventies in Afghanistan of Libië eigenlijk ook niet
impliciet geweld aan het verdedigen?
7.
Aan de K.U.Leuven lopen nogal wat economen rond die te pas en te onpas in de media verklaren dat de overheid te vet is
en dat er moet gesneden worden in alle uitgaven, inclusief gezondheidszorg, onderwijs en onderzoek. Als onze werkgever
dan toch de wetenschap wil “redden” door zogezegd anti-wetenschappelijke onderzoekers te ontslagen, dan zou
hij beter beginnen met die neoliberale pipo's. Uiteindelijk is er door het neoliberaal beleid van de laatste decennia
al veel meer onderzoek verpest (of nooit uitgevoerd wegens gebrek aan middelen) dan door alle directe actie van
anarcho-geitenwollensokken tesamen.
Zie ook het
opiniestuk door Serge Gutwirth en Dirk Voorhoof hierover,
de
open brief van een aantal onderzoekers,
en de
reactie van Eric Corijn.
Verder terug